Onder dezen naam vermelden wij:
Bertrand de Born, een troubadour uit het laatst der 12de eeuw. Hij speelde eene belangrijke rol bij den strijd tusschen koning Philippus Augustus van Frankrijk en Richard Leeuwenhart van Engeland. Hij heeft gedichten achtergelaten, waarin Helena, de zuster van Richard, gehuldigd wordt. Die teedere betrekking verschafte aan Uhland stof tot eene ballade.
Ignaz Edler von Born, een uitstekend aarden delfstofkundige, geboren te Karlsburg in Siebenbürgen den 26sten December 1742. Hij ontving zijne opleiding te Hermannstadt en te Weenen en voegde zich bij de Jezuïeten, maar verliet weldra de Orde en begaf zich naar Praag, waar hij zich eerst op de regten en vervolgens op den wijnbouw toelegde.
In 1770 ontving hij eene betrekking te Praag, deed eene wetenschappelijke reis door Hongarije en Siebenbürgen, stichtte te Praag een natuurkundig genootschap en gaf in 1776 gehoor aan eene uitnoodiging van keizerin Maria Theresia, om het kabinet voor natuurlijke historie te Weenen in orde te brengen. Hij heeft daarvan een prachtigen catalogus uitgegeven, en werd vervolgens tot hofraad voor den mijnbouw benoemd. In deze betrekking heeft hij veel goeds tot stand gebragt, zoowel door de uitvinding eener nieuwe amalgamatie-methode als door de besparing van brandhout in de zoutziederijen enz. Hij overleed den 24sten Julij 1791 en heeft, behalve een aantal wetenschappelijke werken, onder den pseudonym Johannes Physiophilus eene beroemde satyre op de monniken-orden “Monachologia (Weenen 1783)” — nagelaten.