de voornaamste Zweedsche treurspeldichter van den jongsten tijd, werd geboren den 22sten Maart 1790, in het kerspel Tanum in Bohuslan, studeerde te Upsala in de godgeleerdheid en bekleedde aanvankelijk eenige ondergeschikte kerkelijke bedieningen, totdat hij in 1828 leeraar werd in de groote gemeente te Weckholm bij Enköping in Upsala-lӓn, waar hij werkzaam bleef tot aan zijn dood. Schoon hij gedurende vele jaren bijdragen leverde in proza en poëzie in onderscheidene tijdschriften, bleef zijn naam nagenoeg onbekend totdat hij in 1846 optrad met het voortreffelijke drama “Erik ten fjortonde.” Hierop volgde eene reeks van andere treurspelen, alsmede een bundel Lyrische gedichten.
Hij overleed den 5den Mei 1866 te Upsala, werwaarts hij zich begeven had, om feest te vieren. In 1861 was hij lid geworden van de Zweedsche Académie, en bij zijn sterven liet hij een nieuw treurspel achter, dat na zijn dood is uitgegeven.