Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Jacob Bodmer, een Zwitsersch dichter en letterkundige. Hij werd geboren te Greifensee bij Zürich den 19den Julij 1698. Door de sombere gestrengheid van de toenmalige godgeleerdheid afgeschrikt van het vaderlijk beroep van predikant, gevoelde hij zich sterk aangetrokken door de Grieksche en Romeinsche schrijvers. Zijn vader plaatste hem vervolgens op eene zijdefabriek te Genève en vervolgens te Lugano, maar het bleek, dat hij voor het koopmansbedrijf weinig geschiktheid bezat.
Hij keerde naar Zürich terug, en de treurige toestand der Duitsche letterkunde spoorde hem aan, om met eenige vrienden als haar hervormer op te treden. Daartoe gaf hij de “Discourse der Maler” uit, — een weekblad, waarin hij de dichters van dien tijd aan eene scherpe beoordeeling onderwierp. Zijn geschrijf baarde groot opzien, en in 1725 werd hem te Zürich een leerstoel geopend voor vaderlandsche geschiedenis, terwijl hij tevens mede-eigenaar werd van een boekhandel en van eene boekdrukkerij. Daar Gottsched (zie aldaar) te Leipzig zich aan het hoofd zijner tegenstanders plaatste, ontstond er een geleerde pennestrijd, die grooten invloed had op de ontwikkeling der Duitsche letterkunde.
Bodmer werd in zijne woonplaats lid van den Grooten Raad en bevorderde met alle kracht de belangen van zijn vaderland. In 1775 legde hij zijn hoogleeraarsambt neder, en overleed in 1783, onderscheidene geschriften in proza en poëzie nalatend.
Georg Bodmer, een uitstekend werktuigkundige. Hij werd geboren te Zürich in 1786, legde reeds als leerling eene ongemeene bekwaamheid aan den dag, verbeterde de machine voor de katoenspinnerij, en bezat weldra te Küsznacht in Zwitserland eene machinenfabriek, waar in 1808 de eerste van achteren te laden kanonnen werden gegoten. Het model ging echter verloren bij een brand. In 1809 vertrok hij naar Baden, en werd in 1810 kapitein bij de artillerie, terwijl hij tevens het opzigt had over eenige werkplaatsen. In 1822 keerde hij naar Zwitserland terug,maar vestigde zich twee jaren later te Manchester in Engeland, waar hij eene fabriek stichtte tot vervaardiging en verbetering van werktuigen. Gedurende een tijdperk van 20 jaren verkreeg hij door zijne scherpzinnigheid en zijn onvermoeiden ijver octrooi voor meer dan 80 verschillende werktuigen, die thans grootendeels gebruikt worden. In 1847 is hij naar Weenen vertrokken, waar hij bij het leggen van spoorwegen, vooral van dien over den Semmering, is werkzaam geweest.
Gottlieb Bodmer, portretschilder en een der meest beroemde steendrukkers van Duitschland. Hij werd geboren nabij München in 1804 en was de zoon van een onderwijzer. Hij werd opgeleid aan de academie in laatstgenoemde stad en ontwikkelde zich vervolgens te Parijs onder de leiding van Grevedon en Maurin Noël. Hij stichtte vervolgens eene lithographische werkplaats te München, en overleed aldaar in 1837. Hij heeft vele fraaije stukken en ook een aantal portretten op eene uitmuntende wijze op steen gebragt.
