Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bocskay (Stephan)

betekenis & definitie

Bocskay (Stephan), de aanvoerder van den Hongaarschen opstand van 1604 tot 1606, werd geboren in 1555. Hij was een oom van moederszijde van vorst Sigmund Bathori van Siebenbürgen, wien hij in 1592 als bevel­hebber van Groszwardein belangrijke diensten bewees. Na het bedanken van Bathori bragt hij diens mededinger Josika ten val en ver­klaarde zich voor den voormaligen vorst, doch na den dood van dezen trok hij naar zijn versterkt kasteel Solyomkö tusschen Grosz­wardein en Etsed en was er het middelpunt van den Protestantschen adel, die een bol­werk vormde tegen de toenemende magt der

Jezuïeten. Hij vond vele aanhangers, sloot met de Turken een verbond tegen den Kei­zer van Oostenrijk, behaalde onderscheidene overwinningen en werd in 1605 door de standen van Siebenbürgen tot vorst uitge­roepen. Ook Hongaarsche afgevaardigden huldigden hem als vorst van een gedeelte van Hongarije. Mehemet bood hem de Hongaarsche kroon aan als een leen van Tur­kije , maar Bocskay verklaarde, dat hij niet gestreden had om eene kroon, maar om de vrijheid en het geloof. Den 9den Februarij 1806 sloot hij met keizer Matthias den Vrede van Weenen, waarbij aan de Protestanten vrijheid van godsdienst en aan Bocskay de heerschap­pij over Opper-Hongarije tot aan de Theisz toegekend werd. Hij overleed echter reeds in hetzelfde jaar den 29sten December te Kaschau, vermoedelijk door vergif.

< >