Amsjaspands, in de zend-taal ameshaspenta of onsterfelijke wijzen, zijn volgens de Perzische godsdienst de zeven hoogste geesten van het rijk des lichts, die al het goede hebben te voorschijn geroepen en nog altijd doen ontstaan. Hun schepper en opperhoofd is Ormuzd, de voorzitter van den raad der Amsjaspands. De besluiten van deze, die zich nooit regtstreeks met den loop der dingen bemoeijen, worden door hunne ondergeschikte handlangers, de Izeds of goede geesten van den tweeden rang, ten uitvoer gebragt. Ieder Amsjaspand heeft zijn eigen werkkring, binnen welken hij zich bij voorkeur bezig houdt en voor welken hij op bepaalde dagen in den raad der Goden opkomt.
Alle worden dus gehuldigd als de hoogste beschermende magten en door de stervelingen aangeroepen. Hunne namen zijn: Ormuzd, Baman, Ardibehesjd, Sjahriver, Sapandomad, Khordad (Averdad) en Amerdad. Somtijds telt men er zeven buiten Ormuzd, — in welk geval het uit Ormuzd geborene vuur er bijgevoegd wordt. Voegt men de Izeds er bij, dan klimt het getal tot 23. Tegenover de 7 amsjaspands staan de 7 daroedji of booze geesten met Ahriman aan het hoofd.
