Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Ambassadeur

betekenis & definitie

Zoo noemt men den afgezant van een vorst, die dezen aan het Hof van een anderen vorst vertegenwoordigt. Ambassadeurs en pauselijke legaten, welke met hen op dezelfde lijn worden gesteld, hebben om die reden aanspraak op groote eerbewijzingen. Bij hunne komst in de bestemde residentie worden zij met eene hofkoets afgehaald en in een plegtig gehoor door den vorst ontvangen, terwijl zij bij die gelegenheid hunne geloofsbrieven overgeven. In de dagen der Republiek werd een ambassadeur met groote statie ingehaald. Hiertoe begaf hij zich naar Delft, waar hij in den Doelen door den hofmeester der Staten behoorlijk werd verzorgd. Daarna vertrok hij met het jagt der Staten of met zijn eigen rijtuig naar den Haag. Bij de Hoornbrug kwam de Karos van Staat hem met twee afgevaardigden te gemoet, en nadat hij hierin was overgestapt, reed hij, gevolgd door een trein van nagenoeg 80 koetsen naar zijn logement, waar 8 afgevaardigden, hiertoe benoemd, hem in naam der Algemeene Staten verwelkomden. Drie dagen daarna werd hem met veel plegtigheid openbaar gehoor verleend.

De buitengewone ambassadeurs, in die dagen door de Staten afgezonden, hadden gewoonlijk een predikant, een geheimschrijver, twee klerken, een hofmeester en een luisterrijk gevolg. Zij ontvingen voor hunne uitrusting 18000 gulden en een daggeld van 125 gulden buiten de toelage voor den predikant, geheimschrijver en hofmeester. Men zie verder onder gezant.

< >