Bij ontslag van alle rechtsvervolging heeft een verdachte een bepaald strafbaar feit begaan, maar is het feit of de verdachte niet als strafbaar aan te merken.
Wanneer een persoon een ander persoon van het leven berooft, is er sprake van een strafbaar feit. De officier van justitie bepaalt vervolgens voor welk strafbaar feit hij de verdachte besluit te vervolgen. Wanneer de officier van justitie moord ten laste legt, dan zal hij dit dusdanig moeten onderbouwen dat de rechter er van overtuigd raakt. De rechter dient bij het behandelen van de zaak rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hierbij moet er worden gedacht aan de fysieke en psychische gesteldheid van de verdachte. Mocht er bijvoorbeeld blijken dat de verdachte handelde uit noodweer, dan bestaat er een mogelijkheid dat de rechter de verdachte ontslaat van alle rechtsvervolging. In dit concrete geval betekent het dat de verdachte wel voldoet aan alle bestanddelen die het wetsartikel van moord voorschrijft, maar dat de verdachte het strafbare feit niet kan worden toegerekend wegens bepaalde omstandigheden (in dit geval noodweer).
