zwak - Bijvoeglijk naamwoord
1. tekortkomend in kracht of vaardigheid
2. taalk. (Germaanse werkwoorden) een verleden tijd vormend met een dentaal achtervoegsel
♢ Reizen-reisde-gereisd is een zwak werkwoord, rijzen-rees-gerezen een sterk''.
3. taalk. (Germaanse naamwoorden) een stelsel buigingsuitgangen vertonend die op -n gebaseerd zijn
♢ Des hertogen is een zwakke genitief, des konings een sterke.
zwak - Zelfstandignaamwoord
1. een zwakke plek, neiging tot
♢ Hij heeft een zwak voor snelle auto's.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: zwac
Antoniemen
sterk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: