willig - Bijvoeglijk naamwoord
1. volgzaam, bereid, gehoorzaam
2. levendig
3. (dierkunde) (seksualiteit) bronstig, tochtig, loops, hengstig
willig - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willigen
♢ Ik willig
2. gebiedende wijs van willigen
♢ willig!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willigen
♢ willig je?
Woordherkomst
afgeleid van wil (stam van het werkwoord willen) met het achtervoegsel -ig
Antoniemen
onwillig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: