Wat is de betekenis van WILLIG?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Willig

bn. bw. (-er, -st), 1. bereid, genegen: hij was daartoe willig ; — (in pregn. zin) bereid tot geslachtelijke omgang : zij bood willig heur weelde en heur luister (H. de Vries); een willig meisje, los van zeden ; een willige merrie, speels, tochtig; 2. volgzaam, gehoorzaam: willige kinderen ; een willig p...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

willig

willig - Bijvoeglijk naamwoord 1. volgzaam, bereid, gehoorzaam 2. levendig 3. (dierkunde) (seksualiteit) bronstig, tochtig, loops, hengstig willig - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willigen ♢ Ik willig 2. gebiedende wijs van willigen ...

2025-07-14
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

willig

willig - Term om de stemming op een beurs mee aan te geven: de beurs is willig als de koersen sterk stijgen.

2025-07-14
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

willig

gewillig, gehoorsaam.

2025-07-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Willig

adj. & adv., willich.

2025-07-14
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

willig

gewillig, bereidwillig, geneigd, bereid.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)