Gepubliceerd op 31-10-2017

weidevogel

betekenis & definitie

weidevogel - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde) vogel die zijn broedplaats heeft in uitgestrekte graslanden
De spreeuw is zowel weidevogel als bosvogel.

Woordherkomst
uit weide grasland en vogel dier met veren, twee vleugels, twee poten en een snavel

Verwante begrippen
akkervogel, bosvogel, heidevogel, kustvogel, moerasvogel, tuinvogel, watervogel