vorstelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zoals hoort bij een koning, royaal, groots, rijkelijk
♢ De direkteur kreeg een vorstelijke belonging voor zijn werk.
♢ De bediende wil de alleen maar buigen voor vorstelijke personen.
Woordherkomst
afgeleid van vorst met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
Gepubliceerd op 31-10-2017
vorstelijk
betekenis & definitie