Gepubliceerd op 31-10-2017

vorstelijk

betekenis & definitie

vorstelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zoals hoort bij een koning, royaal, groots, rijkelijk
De direkteur kreeg een vorstelijke belonging voor zijn werk.
De bediende wil de alleen maar buigen voor vorstelijke personen.

Woordherkomst
afgeleid van vorst met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-