Gepubliceerd op 04-12-2017

koning

betekenis & definitie

koning - Zelfstandignaamwoord
1. (regering)(adel) het mannelijk hoofd van een koninkrijk
2. een speelkaart waarvan de waarde meestal tussen die van de vrouw en de aas ligt
3. (schaak) het stuk dat, wanneer het verslagen wordt, tot direct verlies leidt
4. iemand die met koningschieten de laatste van de boom schiet

Synoniemen
(kaartspel) heer

Verwante begrippen
koningin, koninkrijk