vliegen - Werkwoord
1. (inerg) zich door de lucht voortbewegen
♢ Hoe vaak per jaar vliegt u naar het buitenland?
2. (insecten) Brachycera insecten behorend tot de orde der tweevleugeligen
vliegen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vlieg
Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse vlieghen, verwant met het Oudnederfrankische fliugon, Middelnederduitse vlēgen, Oudhoogduitse fliogan, Oudengelse fleōgan.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ we zij hier niet om vliegen te vangen
we zijn hier om te werken niet om onze tijd te verdoen met onnutte zaken
♦ in de lucht vliegen
exploderen
♦ vliegende start
bij een race met tijdmeting: de tijd en afstand van het op gang komen telt niet mee
♦ vliegende start
figuurlijk: snel op gang komen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: