Gepubliceerd op 31-10-2017

vet

betekenis & definitie

vet - Bijvoeglijk naamwoord
1. rijk aan vet, vetrijk
2. (voeding) veel voedende stoffen bevattend
3. vuil door vet of olie
4. goed gevuld dik, winstgevend
5. door veel inkt, verf enz. dik en breed
De krant opende met een vette kop op de voorpagina over de gebeurtenissen.
6. lijkend op iets vets
7. (informeel) gaaf, geweldig

vet - Zelfstandignaamwoord
1. (biochemie) een groep van chemische stoffen bestaande uit verbindingen tussen glycerol en vetzuren
'Vetten''' kennen we als gladde vloeistoffen en smeermiddelen.
2. (biochemie) gespecialiseerd dierlijk weefsel
3. (kookkunst) (voeding) dierlijke of plantaardige brandstof
4. (techniek) als smeermiddel gebruikte substantie

vet - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vetten
2. gebiedenwijs van vetten

Synoniemen
[4] smeer

Verwante begrippen
corpulent, dik, gezet, vettig, zwaarlijvig