veel - Onbepaald hoofdtelwoord
1. groot in hoeveelheid
♢ Er was veel regen gevallen.
2. groot in aantal
♢ Die vele fouten begonnen hem op zijn zenuwen te werken.
veel - Bijwoord
1. dikwijls, vaak
♢ Een boer werkt veel buiten.
2. erg, in grote mate
♢ Hij houdt veel van voetbal.
veel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van velen
♢ Ik veel
2. gebiedende wijs van velen
♢ veel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van velen
♢ veel je?
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: vele
Oudernederlands: filo
Germaans: *felu
Indo-Europees: *pelu-
Synoniemen
ruim, een (hele) boel, een hoop
Antoniemen
weinig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: