Gepubliceerd op 01-11-2017

treden

betekenis & definitie

treden - Werkwoord
1. ergatief met de voeten begaan
Zij traden op het toneel.
2. (ov) met voeten ~ minachtend behandelen
De tradities werden hiermee met voeten getreden.

treden - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trede
2. meervoud van het zelfstandig naamwoord tred

Uitdrukkingen en gezegden
♦ In het huwelijk treden.
Trouwen, huwen
♦ In het klooster treden.
Non of monnik worden.