toneel - Zelfstandignaamwoord
1. een ruimte gereedgemaakt voor een vertoning of optreden voor een publiek
♢ Het was maar een klein toneel, maar ze maakten er goed gebruik van.
2. kunstvorm die gebruik maakt van [1] om een publiek op een schouwspel te vergasten
♢ Het toneel was altijd al zijn grote liefde geweest.
3. een schouwspel dat zich ontvouwt alsof het een toneelspel was
♢ De tonelen die zich na de machtsovername afspeelden zijn nauwelijks te beschrijven.
Gepubliceerd op 01-11-2017
toneel
betekenis & definitie