Gepubliceerd op 01-11-2017

toeschouwer

betekenis & definitie

toeschouwer - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die naar iets kijkt
De toeschouwers zagen hoe hij verdonk en belden direct 112.
2. een bezoeker van een wedstrijd of een voorstelling
In het stadion waren veel toeschouwers aanwezig.

Woordherkomst
Samenstellende afleiding van toe (bijwoord, dat gerichtheid aangeeft), de stam van schouwen (werkwoord: kijken) met het achtervoegsel -er; het werkwoord toeschouwen is pas later ontstaan

Synoniemen
kijker