toch - Bijwoord
1. gebruikt om iets extra te benadrukken
♢ Een rode broek is toch vaak opvallend.
2. in weerwil van iets
♢ Het was bar weer maar hij is toch gekomen.
3. om bevestiging vragend
♢ Hij is toch naar Amsterdam vandaag?
Gepubliceerd op 01-11-2017
toch
betekenis & definitie