spaak - Zelfstandignaamwoord
1. een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt
♢ De spaak was gebroken, maar dat hinderde niet.
2. (gereedschap) staaf als hefboom
Synoniemen
hefboom, zwengel
Gepubliceerd op 02-11-2017
spaak
betekenis & definitie