staaf
...
Marc De Coster (2020-2024)
(1972) (inf.) mannelijk lid. Verwijst naar de lengte. Zie ook: staaflikken*; staafmixer*. • Ze lag nog maar net met de kont omhoog, of ik speelde alweer met me hand aan de dinges van broertje. Ik bracht de gloeiende staaf tegen de gloeiende plaats aan, en hopsa! gaf hem een duwtje. (Louis Paul Boon: Mieke Maaike’s obscene jeugd. 1972)...
Wiktionary (2019)
staaf - Zelfstandignaamwoord 1. een massieve langwerpige min of meer cilindervormige stang of balk ♢ Hij sloeg de vrouw met een staaf. staaf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staven ♢ Ik staaf 2. gebiedende wijs...
Muiswerk Educatief (2017)
staaf - zelfstandig naamwoord 1. lang en dun voorwerp, rond of plat ♢ hij verdedigde zich met een ijzeren staaf Zelfstandig naamwoord: staaf de staaf de staven het staafje...
B.D. Poppen (2000)
In schijflopen en lantaarnwielen aangebrachte houten staven, die aan de uiteinden zijn voorzien van een vierkante pen. Veelal gemaakt van palmhout, bolletrie of azijnhout. Staven kunnen acht maal worden gekeerd alvorens ze geheel moeten worden vervangen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: