Wat is de betekenis van Staaf?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

staaf

(1972) (inf.) mannelijk lid. Verwijst naar de lengte. Zie ook: staaflikken*; staafmixer*. • Ze lag nog maar net met de kont omhoog, of ik speelde alweer met me hand aan de dinges van broertje. Ik bracht de gloeiende staaf tegen de gloeiende plaats aan, en hopsa! gaf hem een duwtje. (Louis Paul Boon: Mieke Maaike’s obscene jeugd. 1972)...

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Staaf

Zie Gustaaf

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

staaf

staaf - Zelfstandignaamwoord 1. een massieve langwerpige min of meer cilindervormige stang of balk Hij sloeg de vrouw met een staaf. staaf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staven ♢ Ik staaf 2. gebiedende wijs...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

staaf

staaf - zelfstandig naamwoord 1. lang en dun voorwerp, rond of plat ♢ hij verdedigde zich met een ijzeren staaf Zelfstandig naamwoord: staaf de staaf de staven het staafje...

2024-04-19
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Staaf

In schijflopen en lantaarnwielen aangebrachte houten staven, die aan de uiteinden zijn voorzien van een vierkante pen. Veelal gemaakt van palmhout, bolletrie of azijnhout. Staven kunnen acht maal worden gekeerd alvorens ze geheel moeten worden vervangen.

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

staaf

staaf - penis; eig. ‘lang voorwerp’ M.M. 59 [1972].

2024-04-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Staaf

m -► Gustaaf (Zuid-Ndl.).

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

staaf

stawe, metaalbalk, -stang; metaalstyl; gestaaf, bewys, waar maak, bekragtig, bevestig.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Staaf

s., stêf, steaf.