Wat is de betekenis van spaak?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spaak

spaak - Zelfstandignaamwoord 1. een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt De spaak was gebroken, maar dat hinderde niet. 2. (gereedschap) staaf als hefboom Synoniemen hefboom, zwengel

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

spaak

spaak - zelfstandig naamwoord 1. verbinding tussen as en velg van een wiel ♢ er zijn een paar spaken van de fiets stuk 1. een spaak in het wiel steken [het belemmeren] Algemene uitdrukkingen:...

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

spaak

(de; spaken) - elk van de staven die de verbinding vormen tussen naaf en velg van niet-massieve fietswielen: de spaken van een fiets, fietsspaken; de spaken vlogen ons om de oren, na een valpartij waarbij meerdere renners waren betrokken.

2024-04-29
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Spaak

Nok op de wentelas van een oliemolen die de heien omhoog trekt.

2024-04-29
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Spaak

Spaak, Paul Henri, Belgisch politicus, *25.1.1899 Schaarbeek, +31.7.1972 Brussel. Van 1932 tot 1957 en van 1961 tot 1966 socialistisch volksvertegenwoordiger. Aanvankelijk was hij links marxist, maar in 1933 koos hij voor het reformistische socialisme van Hendrik de → Man. Tussen 1935 en 1966 bezette hij verschillende ministersposten: ptt en Verkee...

2024-04-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

spaak

een staaf die het verbindingsstuk vormt tussen de naaf en de velg van een niet-massief wiel. De spaak is in principe een hefboom; zie rad.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spaak

s., speak(e); een — in het wiel steken, in speak, stôk yn it tsjil stekke.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)