sim - Zelfstandignaamwoord
1. (visserij) lijn van een hengel
2. (visserij) drijver aan een hengelsnoer die gaat bewegen als een vis in het aas hapt
3. (visserij) touw om een visnet dicht te trekken of uit te spannen
sim - Zelfstandignaamwoord
1. kaartje dat een telefoonbedrijf aan een abonnee verstrekt om in een mobiele telefoon te plaatsen zodat die toegang krijgt tot het netwerk
sim - Zelfstandignaamwoord
1. (zoogdieren) (verouderd) benaming voor primaat uit de infraorde Simiiformes
2. (figuurlijk) (pejoratief) (verouderd) iemand die zich onbehoorlijk gedraagt
sim - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde) soort tropische bonenplant Lablab purpureus
2. (voeding) peul van Lablab purpureus
3. (voeding) boon van Lablab purpureus
sim - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) rugstuk van een hert of ree
sim - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simmen
♢ Ik sim
2. gebiedende wijs van simmen
♢ sim!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van simmen
♢ sim je?
Woordherkomst
[A] van het Oudfriese woord sîm en Oudsaksisch sîmo "touw"
(verkorting) van simkaart of rechtstreeks van het Engelse woord SIM [[subscriber|Subscriber]] [[identity|Identity]] [[module#Engels|Module]] "onderdeel om abonnees te identificeren"
[C] van het Middelnederlandse woord simme, teruggaand op Latijns simia
[D] van Hindi सेम (sem) "boon" (ebank)
[E] mogelijk (verkorting) van simmer dat via het Duitse woord Ziemer teruggaat op Frans cimier
Synoniemen
zim
[1] hengelsnoer
[2] dobber
simkaart
aap
zim
sem
simmer, zim, zimmer
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: