bewegen - Werkwoord
1. (inerg) van plaats veranderen, niet stilstaan
♢ Om te kunnen bewegen hebben veel dieren een uitgebreid zenuw- en spierstelsel.
2. (ov) in beweging brengen
♢ Dat werd bewogen door de wind.
3. (refl) zich ~ actie ondernemen om een beweging te maken
♢ Na zijn ongeval kon hij zich niet meer zo goed bewegen.
4. (refl) zich ~ omgaan met mensen waarbij men is
♢ Hij beweegt zich in de hoogste kringen.
5. bewegen tot: iemand ergens toe aanzetten
♢ Het was moeilijk om de studenten tot het maken van huiswerk te bewegen.
Woordherkomst
afgeleid van wegen met het voorvoegsel be-
Afkomstig van het Middelnederlandse bewēghen, verwant met het Middelnederduitse bewēgen, Oudhoogduitse biwegan.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ snel bewegen
Antoniemen
stilstaan
Verwante begrippen
roeren, veranderen, stromen, plaats, positie, snel, aanpassen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: