netjes - Bijvoeglijk naamwoord
1. tot netheid geneigd
♢ Zij is altijd al erg netjes geweest.
netjes - Bijwoord
1. op een nette manier
♢ Hij heeft zijn kamer netjes opgeruimd.
netjes - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord net
Woordherkomst
Afleiding van net met het achtervoegsel -jes dat er een bijwoord van maakt.
Gepubliceerd op 04-12-2017
netjes
betekenis & definitie