Gepubliceerd op 04-12-2017

netjes

betekenis & definitie

netjes - Bijvoeglijk naamwoord
1. tot netheid geneigd
Zij is altijd al erg netjes geweest.

netjes - Bijwoord
1. op een nette manier
Hij heeft zijn kamer netjes opgeruimd.

netjes - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord net

Woordherkomst
Afleiding van net met het achtervoegsel -jes dat er een bijwoord van maakt.