Gepubliceerd op 04-12-2017

mond

betekenis & definitie

mond - Zelfstandignaamwoord
1. (anatomie) ingang van het spijsverteringskanaal; zowel voor de ingang zelf als de achterliggende holte gebruikt
2. (figuurlijk) opening of ingang van iets
3. (figuurlijk) een soort watergang

Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse mont, verwant met het Oudnederfrankische munt, Oudhoogduitse mund, Oudfriese mūth, Oudengelse mūð, Gotische munþs.

Verwante begrippen
[1] bek, muil, monding