Inloggen
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Word lid
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?

 

Spreekwoorden zoeken

Van mond tot mond gaan

Wordt gezegd wanneer belangrijke gebeurtenissen door ieder besproken worden

Mondig zijn

‘Mondig’ is ieder die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt. Bij dit woord denkt men allicht aan ‘mond’. Wie ‘mondig’ is rekent men dan in staat, met eigen mond zijn belangen te verdedigen. Deze woord...
Lees meer

Zijn mond voorbijpraten

Meer zeggen dan men eigenlijk kan verantwoorden

Zijn mond voorbijpraten

Meer zeggen dan men mag of dan goed is

Zijn mond houden

In de zin van: goed, ik zal mijn mond wel houden. Niets meer zeggen, zwijgen

Iemands mond openmaken

Hem doen spreken

Spoel je mond

Gezegd tegen iemand die vuile taal uitslaat, om hem daarmee tot zuivering van zijn mond aan te sporen

Lachende mondekens - bijtende hondekens

Wacht u voor vleiers

met twee monden praten

ik vertrouw hem niet, hij praat met twee monden: hij is niet eerlijk, hij zegt tegen de een dit en tegen een ander iets heel anders.

Een goed mondwerk hebben

Goed kunnen praten

Het is maar mondjesmaat

Het is weinig. Eigenlijk: de maat voor een kleine mond, zoveel als tegelijk in een kleine mond gaat. Wordt vnl. van voedsel gezegd, speciaal van gezinnen waar men het niet al te breed heeft, waar maar...
Lees meer

Een goed mondstuk hebben

Vlug kunnen spreken

Lachende mondekens, bijtende hondekens

a Pas op voor vleiers;

Lachende mondekens, bijtende hondekens

b met een lachend gezicht kan men nog wel scherpe dingen zeggen

Lachende mondekens, bijtende hondekens

Wacht u voor de vleiers

Lachende mondekens, bijtende hondekens

Wacht u voor vleiers

zijn mond voorbij praten

meer zeggen dan je eigenlijk mag zeggen, een geheim verklappen.

Mond toe, ogen open

Men moet veel zien, maar weinig zeggen

iemand de mond snoeren

de meester snoerde de leerlingen de mond: hij verbood hen nog iets over deze zaak te zeggen.

Een grote mond opzetten

Brutaal spreken

Iemand de mond snoeren

Hem het zwijgen opleggen

Iemand de mond snoeren

Hem doen zwijgen

Iemand de mond snoeren

‘Snoer’, gevlochten koord; snoeren: aan een snoer rijgen (vgl. parelsnoer, koralensnoer e.d.). In deze zin wil het echter zeggen: toehalen, dichthalen, zoals bijv. bij een zak, waaromheen een touw (sn...
Lees meer

Mondje dicht, hoor!

Verzoek aan iemand om te zwijgen als hij iets gehoord heeft dat niet verder verteld mag worden

Uit één mond spreken

Hetzelfde zeggen

Zijn mond voorbij praten

Dingen vertellen, die beter (nog) verzwegen hadden kunnen worden. Redekundig is de uitdrukking natuurlijk onjuist. Naar analogie zou men ook moeten spreken van: zijn neus voorbij ruiken, zijn voeten v...
Lees meer
toon meer resultaten
  • Synoniemen van Van mond tot mond gaan
  • Spelling van Van mond tot mond gaan
  • Van mond tot mond gaan vervoegen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Word lid
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
© 2023 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Nu tijdelijk een boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om lid te worden