Gepubliceerd op 04-12-2017

mikken

betekenis & definitie

mikken - Werkwoord
1. (ov) richten op een doel
Er zijn ook veel films die op een breder volwassen publiek mikken en ook door kinderen of jongeren worden bekeken en geapprecieërd, zoals bijvoorbeeld monsterfilms.
2. (ov) gericht werpen
Op den akker waren de arbeiders aan het poten der late aardappelen; achter iederen arbeider, die met den pootstok de gaten maakte in den omgeploegden grond, een jongen met een mandje vol poters in de linkerhand, om daaruit met de vrije rechterhand in elk kuiltje een aardappel te mikken. Bron: Tijdschrift: De Gids.
P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1897


mikken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mik

Woordherkomst
Afgeleid van het Middelnederlandse en Middelnederduitse werkwoord micken (turen).

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
weten van kikken noch mikken|nergens van weten

Synoniemen
[1]: richten
[2]: flikkeren
[2]: gooien
[2]: schieten
[2]: smijten
[2]: werpen

Verwante begrippen
[1]: mikpunt