Gepubliceerd op 04-12-2017

los

betekenis & definitie

los - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder vaste verbinding, niet bevestigd, ongebonden
De hond is los.
2. afzonderlijk, apart
3. niet strak
4. niet stijf, vlot, ongedwongen, ongegeneerd

los - Bijwoord
1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
loskrijgen: Hij kreeg de knoop niet los.

los - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde), (katachtigen) Lynx lynx een kattensoort met een korte staart

Synoniemen
lynx

Verwante begrippen
afgezonderd, mobiel, onbelemmerd, onbezet, ontheven, open, roerend, vrij, vrijgesteld