lach - Zelfstandignaamwoord
1. een vrolijkheidsuiting door middel van het optrekken van de mondhoeken en vaak het voortbrengen van een geluid
♢ Na een paar lachen ging hij weer verder met zijn werk.
lach - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lachen
♢ Ik lach
2. gebiedende wijs van lachen
♢ lach!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lachen
♢ lach je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: