Gepubliceerd op 04-12-2017

kraan

betekenis & definitie

kraan - Zelfstandignaamwoord
1. (m), (vogels) een kraanvogel
2. (m), iemand die op een bepaald gebied uitblinkt
3. (f)/(m), (techniek) mechanisme waarmee de stroming van vloeistof of gas geregeld kan worden
4. (f)/(m), (techniek) (van kabels en katrollen voorzien) werktuig om voorwerpen in de hoogte te verplaatsen

Synoniemen
[1] kraanvogel
[3] afsluiter

Verwante begrippen
[1] ooievaar, reiger, [2] kei, uitblinker, pikeur, ster, [3] pijpleiding, klep, ventiel, [4] davit, loopkat, takel, windas