Gepubliceerd op 14-11-2017

gebied

betekenis & definitie

gebied - Zelfstandignaamwoord
1. een deel van het aardoppervlak
Het gebied tussen twee huizen.
2. alle dingen die behoren tot een tak van het onderwijs, de kunst en/of de wetenschap
Het gebied van de wiskunde en aanverwante bètadisciplines.

gebied - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebieden
♢ Ik gebied
2. gebiedende wijs van gebieden
gebied!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gebieden
gebied je?

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van gebieden

Synoniemen
[1, 2] terrein

Verwante begrippen
areaal, oppervlakte, zone