Gepubliceerd op 04-12-2017

kalf

betekenis & definitie

kalf - Zelfstandignaamwoord
1. (dierkunde) (veeteelt) jong van het rund en sommige andere zoogdieren
2. (bouwkunde) horizontale dorpel of regel tussen deur en bovenlicht
3. (Jiddisch-Hebreeuws) groot mes

kalf - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
♢ Ik kalf
2. gebiedende wijs van kalven
kalf!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalven
kalf je?

Woordherkomst
[1] van het Middelnederlandse woord calf
[3] van Jiddisch חלף‎ (challef)

Synoniemen
[2] tussendorpel

Verwante begrippen
[2] bovendorpel, dorpel, kozijn, onderdorpel, raamwerk, [3] Jiddisj: challef