installeren - Werkwoord
1. (ov) iets of iemand zodanig doen zetelen dat dit of deze zijn functie kan gaan vervullen
2. (ov), (informatica) een computerprogramma op de computer zetten en voor gebruik gereedmaken
♢ Hij wist niet hoe hij het nieuwe computerprogramma moest installeren.
3. (ov), (techniek) het plaatsen van toestellen, het daarop aansluiten van geleidingen zodat een praktisch bruikbare inrichting wordt verkregen
♢ De installateur is bezig met het installeren van de verwarmingsinstallatie.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse installer (met het achtervoegsel -eren)
Synoniemen
aanleggen, inrichten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: