Gepubliceerd op 04-12-2017

installeren

betekenis & definitie

installeren - Werkwoord
1. (ov) iets of iemand zodanig doen zetelen dat dit of deze zijn functie kan gaan vervullen
2. (ov), (informatica) een computerprogramma op de computer zetten en voor gebruik gereedmaken
Hij wist niet hoe hij het nieuwe computerprogramma moest installeren.
3. (ov), (techniek) het plaatsen van toestellen, het daarop aansluiten van geleidingen zodat een praktisch bruikbare inrichting wordt verkregen
De installateur is bezig met het installeren van de verwarmingsinstallatie.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse installer (met het achtervoegsel -eren)

Synoniemen
aanleggen, inrichten