Wat is de betekenis van installeren?

installeren - Werkwoord 1. (ov) iets of iemand zodanig doen zetelen dat dit of deze zijn functie kan gaan vervullen 2. (ov), (informatica) een computerprogramma op de computer zetten en voor gebruik gereedmaken ♢ Hij wist niet hoe hij het nieuwe computerprogramma moest installeren. 3. (ov),...

installeren - regelmatig werkwoord uitspraak: in-stal-le-ren 1. plaatsen en aansluiten ♢ wie heeft de cv-ketel geïnstalleerd? 2. plechtig vieren dat iemand benoemd is ♢ de installatie van de bur...

inwijden; in een vereniging opnemen; plaatsen en voor gebruik gereed maken; inrichten

bevestigen in een waardigheid enz.: inrichten; een installatie plaatsen,

v., ynstallearje.

...

(installeerde, heeft geïnstalleerd), 1. (iem.) in een ambt of een waardigheid plechtig bevestigen : iem. installeren als burgemeester, als lid van de Raad van State; de groenen installeren, plechtig als lid van het corps opnemen ; 2. zich ergens installeren, zich vestigen en geheel inrichten; ook iem. installeren; 3. (van...

in een ambt bevestigen; inrichten.

geïnstalleerd (Fr. [Lat. installare]: 1 openlijk en plechtig in een ambt bevestigen; 2 in een vereniging opnemen; 3 van machines: stellen; voor het gebruik gereedmaken; 4 inrichten; meubileren; 5 refl. zich inrichten in een kantoor, huis; zich vestigen en geheel inrichten; ook: zich ergens op zijn gemak zetten, leggen enz.): 1. een burgemeeste...