Gepubliceerd op 04-12-2017

hoorn

betekenis & definitie

hoorn - Zelfstandignaamwoord
1. hard en meestal gebogen uitsteeksel aan de kop van verschillende dieren
De koe had grote hoorns.
2. uitwas die op een hoorn lijkt, bijvoorbeeld bij insecten
3. (biologie) gedraaide schaal van sommige weekdieren
Zij vonden allerlei hoorns toen ze langs het strand liepen.
4. een (elektro-) akoestische versterker, bijvoorbeeld het hoor- en spreekgedeelte van een telefoon
Hij legde de hoorn direct neer nadat hij hoorde wie er aan de telefoon was.
5. (muziekinstrument) blaasinstrument dat oorspronkelijk gemaakt werd van een hoorn, maar tegenwoordig vaak van een gewonden koperen buis met ventielen, en een brede klankbeker
Wij kunnen wel aardig op de hoorn spelen.

hoorn - Zelfstandignaamwoord
1. de stof waaruit de hoorns van bepaalde dieren bestaan
Bestaan hoorns werkelijk uit hoorn?

Synoniemen
[1] gewei
[2] antenne
[3] slakkenhuis
[4] microtelefoon

Verwante begrippen
[3] koptelefoon, [4] megafoon, spreektrompet, [5] hoornist, hoorniste