Gepubliceerd op 04-12-2017

hectisch

betekenis & definitie

hectisch - Bijvoeglijk naamwoord
1. zeer druk en chaotisch
De periode rond de verkiezingen was een zeer hectische tijd voor de politicus.
De vroege ochtend is een hectische tijd in het huisgezin met 4 kleine kinderen en beide ouders die werken.

Woordherkomst
afgeleid van het Latijnse hectica febris dat aanhoudende koorts betekent.

Synoniemen
heftig, druk, gejaagd, woelig, onrustig