Wat is de betekenis van hectisch?

2024-04-10
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hectisch

hectisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. zeer druk en chaotisch De periode rond de verkiezingen was een zeer hectische tijd voor de politicus. De vroege ochtend is een hectische tijd in het huisgezin met 4 kleine kinderen en beide ouders die werken....

2024-04-10
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hectisch

hectisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hec-ties 1. erg druk en rommelig ♢ het was vandaag erg hectisch op kantoor Bijvoeglijk naamwoord: hec-ties ... is hectischer dan ... de/het he...

2024-04-10
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hectisch

[v. VLat. hecticus, van Gr. hektikos = eig.: gewoon, dóórgaand, van hexis = lichaamshouding, van echein = houden, zijn] 1 hardnekkig, slopend, spec. teringachtig, kenmerkend voor tering (t.b.c.), uitterend; 2 onbeheerst, heftig, wild, woest (bijv.: er speelden zich -e taferelen af)....

2024-04-10
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hectisch

druk en chaotisch; teringachtig

2024-04-10
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hectisch

teringachtig, uitgeteerd

2024-04-10
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Hectisch

wegterend, uitputtend, snel achteruitgaand (meestal door koortsaanvallen).

2024-04-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hectisch

(<Gr.), bn., 1. teringachtig: hectische koortsen; 2. voortkomend uit, kenmerkend voor teringachtigheid : een hectische blos.

2024-04-10
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Hectisch

teringachtig, het lichaam slopend.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-10
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

hectisch

teringachtig; slopend.