Gepubliceerd op 13-11-2017

druk

betekenis & definitie

druk - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde) pressie, kracht die over een oppervlakte uitgeoefend wordt
2. situatie dat iets of iemand je tot iets dwingt
3. keer dat iets gedrukt is

druk - Bijvoeglijk naamwoord
1. weinig tijd hebbend
Hij kan dit weekend niet komen want hij is druk.
2. weinig tijd latend
Hij heeft een drukke baan.
3. zich onrustig gedragend
Hij is de hele dag al heel druk, volgens mij heeft hij nog geen twee minuten stilgezeten.
4. met veel mensen, veel verkeer of grote bedrijvigheid
Het is erg lastig om deze drukke straat over te steken.

druk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drukken
♢ Ik druk
2. gebiedende wijs van drukken
druk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drukken
druk je?

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=2
iemand onder druk zetten |iemand proberen te dwingen om iets te doen
♦ num=2
onder druk staan|gedwongen worden snel maatregelen te nemen
♦ num=2
op iemand druk uitoefenen |iemand proberen te dwingen om iets te doen