hare - Bezittelijk voornaamwoord
1. zelfstandige vorm van haar, derde persoon enkelvoud vrouwe
♢ Is dit kopje nu het hare of is het het jouwe?
2. (verouderd) verbogen vorm van haar
♢ Hare Majesteit is op televisie geweest.
hare - Zelfstandignaamwoord
1. zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord: een persoon die tot haar behoort
♢ Deze man is een van de haren.
Gepubliceerd op 04-12-2017
hare
betekenis & definitie