Gepubliceerd op 04-12-2017

hare

betekenis & definitie

hare - Bezittelijk voornaamwoord
1. zelfstandige vorm van haar, derde persoon enkelvoud vrouwe
Is dit kopje nu het hare of is het het jouwe?
2. (verouderd) verbogen vorm van haar
Hare Majesteit is op televisie geweest.

hare - Zelfstandignaamwoord
1. zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord: een persoon die tot haar behoort
Deze man is een van de haren.