vorm - Zelfstandignaamwoord
1. ruimtelijke begrenzing van een voorwerp
♢ Een stuk land in de vorm van een driehoek.
2. sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden
♢ Het deeg van de taart werd in de vorm gedaan.
3. (veranderlijke) toestand van iets concreets
♢ Het voorstel in deze vorm.
♢ De module in deze vorm.
4. (sport) lichamelijke conditie
♢ Hij is goed in vorm.
5. (grammatica) lijdende ~, passieve ~, → lijdende vorm
6. (grammatica) actieve ~, vormen van het werkwoord waarmee wordt uitgedrukt dat het onderwerp de handeling actief verricht
7. manier, methode
♢ Deze vorm van autorijden.
vorm - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
♢ Ik vorm
2. gebiedende wijs van vormen
♢ vorm!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vormen
♢ vorm je?
Woordherkomst
Via het Franse forme afgeleid van het Latijnse forma.
Synoniemen
[2] mal, matrijs, sjabloon
[3] conditie
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: