grijs - Zelfstandignaamwoord
1. (kleur) elke neutrale kleur tussen wit en zwart
♢ Dit grijs lijkt wel erg donker.
grijs - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kleur) de kleur grijs hebbend
♢ Dat is een grijze auto.
grijs - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijzen
♢ Ik grijs
2. gebiedende wijs van grijzen
♢ grijs!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijzen
♢ grijs je?
Synoniemen
grauw
Verwante begrippen
grijzen, grijzigheid
Gepubliceerd op 04-12-2017
grijs
betekenis & definitie