Gepubliceerd op 04-12-2017

golving

betekenis & definitie

golving - Zelfstandignaamwoord
1. het golvend heen en weer gaan
2. een ronde golvende vorm hebbend
In een van zijn essays vermeldt Stephen Jay Gould hoe een van zijn helden, Henry Edward Crampton, vijftig jaar van zijn leven—van 1906 tot zijn dood in 1956 — wijdde aan het in alle stilte bestuderen van een slakkensoort in Polynesië, de zogenaamde Partula. Steeds weer, jaar na jaar, mat Crampton de allerkleinste veranderingen — tot op acht cijfers achter de komma — de windingen, krommingen en golvingen van ontelbare Partulae, waarbij hij de resultaten in uiterst nauwkeurige tabellen vastlegde. Eén enkele regel in Cramptons tabel kon weken van opmetingen en berekeningen vertegenwoordigen.
Een naakte vrouw leunt tegen een muur. We zien haar op de rug. Het gaat Weston om de tegenstellingen tussen de golvingen van de enkels, kuiten, dijen, heupen, schouders en de rechte lijnen van het kale vertrek.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van golven met het achtervoegsel -ing

Synoniemen
[1] deining, slingering
[2] golflijn, plooi, welving

Antoniemen
[2] plat, recht, rechtlijnig