Zelfstandig Naamwoord
goeste v
1. (verouderd) smaak, trek
▸ ⧖ en nogtans schepten zij vermaak in zijnen omgang, omdat deze nietsbeduidendheden haar, slechts bij gebrek aan iets beters, behagen, en goest en vernuft, zelfs in een' ruwer natuurlijken vorm, ook haar, zoowel als den mannen, meer dan het dagelijksch gebeuzel bekoren.’[5]
▸ ⧖ 't Is in den theater dat de jongeling goeste krijgt naar het kwaad en de weg leert kennen naar die huizen, waar hij ziel en lichaam gaat bezoedelen’[6]
Woordherkomst
van Middelfrans goust "smaak", dat teruggaat op Latijn gustus "smaak", cognaat met Frans goût en Occitaans gost [1] [2] [3][4]
Gepubliceerd op 23-10-2020
goeste
betekenis & definitie