geworden

betekenis & definitie

geworden - Werkwoord
1. (intr) ten deel vallen, te beurt vallen
♢ De vraag die zich nu stelt is wat er gewordt van het koningschap na het overlijden van de koning.
♢ Op zijn gelaat ligt iets vergenoegds en blijmoedigs, als gewerd hem nu de ware belooning voor inspanning of arbeid.

geworden - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van geworden

geworden - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van worden
1. vormt de voltooide tijden
♢ Hij was piloot geworden.
2. attributief gebruikt
♢ Dat is een door zijn boeken wereldwijd bekend geworden schrijver.
3. bijwoordelijk gebruikt
♢ Rood geworden van ergernis schreeuwde hij: "Hé, zeg! Laat dat!".

Woordherkomst
voltooid deelwoord van geworden
voltooid deelwoord van worden