Gepubliceerd op 14-11-2017

gans

betekenis & definitie

gans - Zelfstandignaamwoord
1. (vogels) Anserinae, een vogel die tot de familie van de eendachtigen (Anatidae) behoort

gans - Bijvoeglijk naamwoord
1. helemaal, heel
In een blauw geruite kiel<br>Draaide hij aan 't grote wiel<br>De ga-a-a-anse dag<br>Maar Michieltjes jongens hart<br>Leed ondragelijke smart<br>Ach-ach, ach-ach, ach-ach, ach-ach!

Antoniemen
ongans ??

Verwante begrippen
compleet, geheel, volkomen, volslagen