Gepubliceerd op 14-11-2017

gaarder

betekenis & definitie

gaarder - Bijvoeglijk naamwoord
1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van gaar

gaarder - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) (beroep) persoon die accijnzen, pachten en/of belasting int.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van garen met het achtervoegsel -der

Synoniemen
belastinginner, belastinginspecteur, ontvanger, rentmeester, tollenaar