expres - Bijvoeglijk naamwoord
1. met opzet
♢ Hij deed expres niet zijn best.
expres - Zelfstandignaamwoord
1. (spoorwegen) verkorte vorm van exprestrein
♢ Hij ging met de expres op vakantie.
Verwante begrippen
moedwillig, opzettelijk, doelbewust, intentioneel, willens en wetens, met voorbedachte rade, met opzet
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: