Gepubliceerd op 30-10-2017

-erd

betekenis & definitie

-erd - Achtervoegsel
1. persoon die de door de stam genoemde handeling verricht. Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden met een werkwoord als stam.
schijten → (schijt) → schijterd.
2. persoon met de door de stam genoemde eigenschap. Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden met een bijvoeglijk naamwoord als stam.
plomp → plomperd.

Woordherkomst
verzwakte vorm van -aard

Verwante begrippen
-aar, -er, -aard